SV | Die dan over het huis was, en die over de stad was, en de oudsten, en de voedsterheren zonden tot Jehu, zeggende: Wij zijn uw knechten, en al wat gij tot ons zeggen zult, zullen wij doen; wij zullen niemand koning maken; doe wat goed is in uw ogen. |
WLC | וַיִּשְׁלַ֣ח אֲשֶׁר־עַל־הַבַּ֣יִת וַאֲשֶׁ֪ר עַל־הָעִ֟יר וְהַזְּקֵנִים֩ וְהָאֹמְנִ֨ים אֶל־יֵה֤וּא ׀ לֵאמֹר֙ עֲבָדֶ֣יךָ אֲנַ֔חְנוּ וְכֹ֛ל אֲשֶׁר־תֹּאמַ֥ר אֵלֵ֖ינוּ נַעֲשֶׂ֑ה לֹֽא־נַמְלִ֣יךְ אִ֔ישׁ הַטֹּ֥וב בְּעֵינֶ֖יךָ עֲשֵֽׂה׃ |
Trans. | wayyišəlaḥ ’ăšer-‘al-habayiṯ wa’ăšer ‘al-hā‘îr wəhazzəqēnîm wəhā’ōmənîm ’el-yēhû’ lē’mōr ‘ăḇāḏeyḵā ’ănaḥənû wəḵōl ’ăšer-tō’mar ’ēlênû na‘ăśeh lō’-naməlîḵə ’îš haṭṭwōḇ bə‘êneyḵā ‘ăśēh: |
Die dan over het huis was, en die over de stad was, en de oudsten, en de voedsterheren zonden tot Jehu, zeggende: Wij zijn uw knechten, en al wat gij tot ons zeggen zult, zullen wij doen; wij zullen niemand koning maken; doe wat goed is in uw ogen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Die dan over het huis was, en die over de stad was, en de oudsten, en de voedsterheren zonden tot Jehu, zeggende: Wij zijn uw knechten, en al wat gij tot ons zeggen zult, zullen wij doen; wij zullen niemand koning maken; doe wat goed is in uw ogen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!